Gezocht: data-architecten met holistische visie

Inhoudsopgave

In de praktijk is er volgens Martijn Evers, medeoprichter van het Bossche bedrijf i-Refact, vooral behoefte aan data-architecten met een holistische visie (lees hier deel 1). Architecten die bovendien moeiteloos en snel kunnen switchen tussen verschillende modi. Gekscherend gebruikt hij in dit verband wel eens de tegenstelling tussen een gorilla-architect, die heel assertief is en zich ook gesteund voelt door de directie (‘Naar deze meneer moeten jullie luisteren’) en een guerrilla-architect die vanwege allerlei politieke gevoeligheden en minder draagvlak in de organisatie gedwongen wordt, meer tactisch, vanuit een spreekwoordelijke bushbush te opereren.

Een full-scale data-architect is kritisch en cynisch

Een professionele data-architect is vooral bezig met de vraag: ‘are we doing the right things’, terwijl anderen nog bezig zijn met de vraag of ze de dingen wel goed doen. Een full-scale data-architect is kritisch en cynisch, maar mag best ook aardig zijn, maar hoeft niet altijd vriendelijk te blijven. Een goede architect confronteert mensen namelijk keihard met de keuzes en overwegingen die ze maken, of juist niet maken en wijst hen op de mogelijke consequenties.

Leentjebuur spelen

Een data-architect die leentjebuur speelt bij IT en probeert hun taal te spreken is ongeloofwaardig. Hij moet de ’taal van data/informatie’ naar de business brengen, want ‘Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen’, zo wist Ludwig Wittgenstein immers al. Tot dusverre zijn data-architecten vooral bezig geweest met het oplossen van IT-problemen. Ze probeerden, tegen beter weten in, de chaos op de IT-afdeling te voorkomen. Daarmee moeten ze acuut ophouden. Ze hebben namelijk een geheel eigen verantwoordelijkheid, namelijk de kwaliteit van de data-architectuur beoordelen.

Verschillende archetypen

Volgens Evers kun je bepaalde archetypen van architecten onderscheiden. Elke archetype gaat op zijn eigen manier om met het managen van onzekerheid, adaptiviteit en het tegemoetkomen aan specifieke klantwensen.

Een zogenaamde ’tweaking architect’ zal zich in de praktijk waarschijnlijk een stuk flexibeler gedragen en bereid zijn de regels om te buigen, of zelfs naar zijn hand proberen te zetten. In een situatie van een redelijke mate van standaardisatie met duidelijk toegenomen onzekerheid zal dit archetype floreren.

Zo zal een zogenaamde ‘prefab architect’ plichtsgetrouw vooral de regels willen volgen. In een voorspelbare en zeer gestandaardiseerde omgeving zal deze functionaris prima tot zijn recht komen.

De ‘concern-driven’ architect is een soort ideaaltype architect die de regels niet lijdzaam volgt of probeert om te buigen, maar zijn eigen regels stelt (‘be the rule’). Deze persoon streeft ernaar als een ‘concern avatar’ de verpersoonlijking van de relevante belangen te worden. Hij of zij neemt in ieder geval de organisatie, maar meer nog de menselijke maat als uitgangspunt van zijn of haar handelen. Zo moeten bijvoorbeeld IT-systemen aansluiten bij de lichamelijke en cognitieve vermogens van de gebruikers. Een full-scale data-architect zoekt altijd naar een evenwichtige balans tussen uiteenlopende belangen.

De Powerpoint-ridders

De meeste data-architecten zijn volgens Evers in de praktijk wel business-georiënteerd, alleen de mate waarin kan nog enorm variëren. “Zo heb je architecten die zich tegenwoordig gedragen als echte managers, maar van IT weinig kaas hebben gegeten. Ze kunnen wel meepraten over bijvoorbeeld strategie, maar voor de risico’s in het IT-landschap hebben zij een blinde vlek. Daarnaast heb je architecten die de IT-risico’s wel begrijpen, maar hierdoor volledig worden opgeslokt. In de extreme gevallen heb je of te maken met een Powerpoint-ridder, of met een IT-nerd. Een goede full-scale data-architect kan op beide speelvelden uit de voeten. Hij of zij is de verbindende factor, de linking pin tussen business en IT. Met een sterke focus op kwaliteit fungeert hij of zij bij uitstek als het geweten van de organisatie.”

Data-architectuur is onzichtbaar

Bij het samenstellen van zijn posters grijpt Evers regelmatig terug op voorbeelden uit de praktijk van de bouwwereld. Het is volgens hem opvallend hoeveel parallellen er zijn te trekken met bouw- en kunstwerken uit de fysieke wereld. Er is echter ook een groot verschil: fysieke kunstwerken en hun kwaliteiten zijn zichtbaar. Of het nu gaat om de Eiffeltoren in Parijs, de Sagrada Família in Barcelona, of om een schilderij van Leonardo da Vinci. IT en data-architecturen daarentegen zijn onzichtbaar voor de gebruikers.

Bij de Romeinen

Je kunt zelfs nog veel verder teruggaan in de geschiedenis. De Romeinen hebben een aantal bouwwerken nagelaten die vandaag de dag nog steeds overeind staan. In dit verband pleit Evers voor een ‘Trias Politica Data’, een variant op de bekende Trias Politica, waar de verantwoordelijkheden tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht strikt zijn gescheiden. Naar analogie hiervan zouden bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid voor het registreren en verwerken, het bewaken en controleren van data, ook strikt gescheiden moeten zijn. Hij onderscheidt hierbij ook nog vijf verschillende soorten data nodes (knooppunten), die voortvloeien uit het datakwadrantenmodel van Damhof.

Daarbinnen hebben ‘registrars’, ‘processors’, ‘controllers’, ‘collectors’ en ‘discoverers’ allemaal hun eigen afgebakende taken en verantwoordelijkheden. Op centraal niveau vindt dan orchestratie en integratie plaats. Kijk bijvoorbeeld naar de huidige opzet van de vele data-ketens van de BV Nederland en je ziet dat dit principe met voeten wordt getreden. De ‘data faalcultuur’, die collega René Veldwijk al jaren aan de kaak stelt, is niet op te lossen zonder fundamentele veranderingen.

Evers realiseert zich dat hij bij zijn geformuleerde visie ‘schatplichtig’ is aan de hedendaagse Duitse wis- en natuurkundige Hanno Wupper, die een praktisch boekje schreef over het belang van architecturen voor de hedendaagse digitale wereld. Hij gebruikt het boekje vaak als hulpmiddel om opdrachtgevers in jip-en-janneketaal de basisprincipes van architecturen uit te leggen. In de boardroom zijn deze namelijk lang niet altijd bekend. Bij fysieke gebouwen die van steen, staal en glas zijn opgetrokken is de kwaliteit volgens Wupper meestal goed te beoordelen aan de hand van drie klassieke criteria die de Romeinse bouwmeester Vitruvius ooit heeft bedacht: utilitas, firmitas en venustas.

Wat is utilitas?

Utilitas staan voor bruikbaarheid, doelmatigheid, nuttigheid en deugdelijkheid. Vertaald naar de IT-wereld zou je deze kwaliteitsprincipes het beste kunnen vertalen als de juiste functionaliteit van een IT-systeem.

Wat is firmitas?

Firmitas geeft aan hoe goed een fysiek bouwwerk in elkaar steekt. We noemen een fysieke bouwwerk stabiel en robuust als het bij normaal gebruik niet in elkaar zakt. Dat geldt evenzeer voor data-architecturen en de hard- en software van IT-systemen. Software zou niet zomaar vast mogen lopen. Een data-architect zou idealiter daarom ook verstand moeten hebben van programmeertalen, programmeren, softwareverificatie en principes voor betrouwbaarheid en security. Doordat computersystemen in tegenstelling tot fysieke gebouwen dynamisch gedrag vertonen, kun je ze zo bouwen dat ze zich bij bepaalde storingen of bedreigingen zelf kunnen beschermen of zelf herstellen, net als levende wezens. Dit klinkt als toekomstmuziek, maar is dankzij machine learning en algoritmes straks de dagelijkse praktijk.

Een ander aspect van firmitas is de houdbaarheid. Sommige Romeinse bouwwerken en badhuizen staan nog steeds fier overeind en zijn volledig intact. Evers: “IT is veel vergankelijker, een gelikt uitziend datawarehouse gaat meestal niet langer mee dan vijf jaar. Dat is een levensduur van niks.” Een full-scale data-architect zou samen met zijn opdrachtgever moeten bespreken hoe lang een data-architectuur zou moeten meegaan en wat hiermee na de economische levensduur zou moeten gebeuren. Langere houdbaarheid van hard- en software is niet per se beter. Kortere houdbaarheid of levensduur kan zelfs een keuze zijn. Van belang is volgens Evers in ieder geval dat dit soort architectuurkeuzes heel bewust worden gemaakt en dat opdrachtgevers en de data-architect nadenken over de consequenties en deze ook doorspreken.

Wat is Venustas?

Venustas, oftewel schoonheid, is in de IT-wereld een wat lastig begrip. Volgens Wupper manifesteert schoonheid in de IT-wereld zich op vier niveaus: het statische uiterlijk, het dynamische gedrag, (programmeer)talen en wiskundige structuren. Iedereen die wel eens een Apple-product in zijn handen heeft gehad, heeft wel een intuïtief beeld van wat je onder schoonheid zou kunnen schakeren. Dynamisch gedrag zie je bijvoorbeeld terug bij touchscreen apparaten.

De IT-wereld staat bol van talen. Denk aan specificatietalen, programmeertalen, vraagtalen voor databases (bijvoorbeeld SQL) en talen waarmee computers onderling communiceren. De nieuwste variant is de taal die digitale assistenten als Siri, Google Assistent en Alexa gebruiken om ons van dienst te kunnen zijn. Alle hard- en software, tot slot, is gebaseerd op wiskundige structuren. Denk hierbij aan een conceptueel model (bestanden, programma’s en mappen), een abstracte datastructuur of een automaat.

Het belang van agilitas

De Romeinen hadden echter weinig verstand van ‘agilitas‘, want de Romeinse cultuur was voor de eeuwigheid. Helaas geldt dit volstrekt niet voor IT. Daar is wendbaarheid soms ook belangrijker dan duurzaamheid. Evers vindt dan ook dat je dit aspect (agilitas) erbij moet betrekken. Dan kunnen we namelijk ook hier weer de stier bij de horens vatten. Dit heeft overigens wel een belangrijke consequentie. In tegenstelling tot gewone architecten staan IT-bouwwerken, en zeker data-bouwwerken bloot aan voortwoekerende entropie. Een zeer duurzaam bouwwerk ontwerpen is voor een data-architect veel minder vanzelfsprekend en meestal zelfs onwenselijk. “Damhof’s Datakwadrantmodel en mijn Data Model Matrix daarentegen zijn wel heel duurzaam. Die belangen staan over 100 jaar nog fier overeind. Daar kun je als data-architect je naam nog aan verbinden”, zo claimt Evers.

Multirealiteiten als heilige graal

Eén versie van de waarheid is een gevleugelde uitspraak in organisaties. Evers veegt er de vloer mee aan. “Een doorsnee grote organisatie is te complex voor één versie van de waarheid. Er circuleren altijd meerdere versies van de waarheid. De waarheid wordt contextueel bepaald. Wij praten liever over multirealiteiten. Het is zelfs onze heilige graal. Alle feiten behoren tot een bepaalde waarheid, sommige feiten behoren tot meerdere waarheden. Je hebt dus meerdere realiteiten voor dezelfde feiten. Multirealiteiten maken wel gebruik van dezelfde feiten.”

De waarheid wordt contextueel bepaald. Wij praten liever over multirealiteiten.

“Multirealiteiten zijn niet erg, als je ze maar kunt managen, inclusief de onderliggende data. Aan toezichthouders bijvoorbeeld moet je natuurlijk wel de verschillende versies kunnen uitleggen. Dit is echter lastig te begrijpen en ook moeilijk te automatiseren. Hier valt voor iedereen echt nog wel een wereld te winnen.”

Data vault master

Evers is niet alleen data-missionaris, maar ook gecertificeerd data vault master. Naast datawarehouses en data marts introduceerde Dan Linstedt de zogenoemde data vault. Bij een data vault gaat men uit van de feiten uit de bronnen als basis, in plaats van een gewenste waarheid, want die bestaat niet. In principe wordt elk feit opgeslagen, ongeacht of deze gegevens integer en juist zijn, maar wel met een aantal extra parameters. Zo wordt altijd bijgehouden waar de betreffende data vandaan komt en wanneer deze is vastgelegd. Dit maakt het concept geschikt voor compliance-doeleinden. “BI beweegt zich van de bronnen af, terwijl wij zeggen: je moet juist naar de databronnen toe bewegen.” Maar ook een data vault heeft verschillende voor- en nadelen. De focus ligt vaak bij beschikbaar maken van BI-producten, en bijvoorbeeld niet bij kwaliteitsbewaking binnen de operationele organisatie.

Databedreven in plaats van datagedreven

Eén ding is zeker, het louter denken in technologische oplossingen, zoals een data vault, gaat organisaties niet helpen. Daarom is Evers ronduit allergisch voor discussies die gaan over de vraag of data nu gestructureerd, ongestructureerd of semi-gestructureerd is en wat je nu precies onder big data of realtime data moet verstaan. “Het is veel zinvoller om te discussiëren over semantiek, representatie van data, privacy en security.”

Ook houdt Evers niet van vage functies, zoals data scientist of data-engineer en disciplines als analytics/BI. BI vindt hij lege huls en bij ETL trekt hij zelfs een vies gezicht. “Daarmee moet je een businessmanager niet lastigvallen. De IT-wereld grossiert in hypes en afkortingen. Zelfs een relatief nieuwe trend als datagedreven en informatiegestuurd werken vertoont nu al de eerste haarscheurtjes. Zelf gebruik ik overigens liever de term databedreven. Een databedreven organisatie heeft grip op de stier, de data bull. Een datagedreven organisatie ziet als het ware alle hoeken van de arena of moet het vege lijf zien te redden in de smalle straten van Pamplona.”

Een complete webshop

Inmiddels beschikt Evers over een posterboek vol met matrices, intrigerende plaatjes en begeleidende teksten die allemaal op de ene of andere manier iets met data-architecturen te maken hebben. Het is geen statisch document, maar een document waaraan hij samen met de gemeenschap nog voortdurend sleutelt. Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, tuigde Evers ter promotie van de full-scale data-architect een complete webshop op. “Steeds meer leden van onze Full Scale-beweging, onze online community, informeerden bijvoorbeeld of we geen T-shirts konden leveren.” Hij bediende de leden op hun wenken en bouwde een heuse webwinkel met een compleet assortiment dames- en heren T-shirts, petjes, hoodies, enzovoorts. Het promotiemateriaal is zelfs in de babymaten verkrijgbaar. Alle textiel is bedrukt met de vrolijke print ‘I love models’, of met een reproductie van het wereldberoemde schilderij De Mens van Vitruvius van Leonardo da Vinci.

Body of knowledge

De posters en al het promotiemateriaal staan in het teken van de body of knowledge die Evers samen met zijn medestrevers verzamelt en bewerkt en ook daadwerkelijk toepast bij zijn huidige en toekomstige opdrachtgevers. Kortom: de online beweging van full-scale data- architecten is springlevend. De leden ontmoeten elkaar overigens ook in de fysieke wereld, dankzij de zogenoemde meet-ups en de posterparty’s (!) die Evers regelmatig organiseert. In die zin doet hij zijn geuzennaam ‘data-missionaris’ zeker eer aan. En als gecertificeerd data vault master bevindt hij zich in een select gezelschap en geniet hij een speciale status. In Nederland treden namelijk slechts vijftien personen met deze titel naar buiten…

Conclusie

De focus van een full-scale data-architect ligt primair op het achterhalen van het doel van de data-architectuur en dat te verbinden met de organisatie. Vervolgens ontwerpt en beoordeelt hij of zij de kwaliteit van zowel bestaande als toekomstige data-architecturen. Die beoordeling vindt plaats op basis van criteria zoals functionaliteit, veiligheid, wendbaarheid en betrouwbaarheid. De full-scale data-architect schroomt daarbij niet om kritische vragen te stellen zoals, wat zijn de gewenste eigenschappen? Is er al gekozen voor een bepaalde oplossingsrichting en zo ja welke en waarom. Zo ontpopt de full-scale data-architect zich steeds meer als het geweten van de organisatie.

Bronnen:
  • Architectuur voor de digitale wereld, Hanno Wupper. Nijmegen, 2012
  • Full-scale Data Architects Posterbook, 0.2 version, Martijn Evers, i-Refact. Den Bosch, 2018

Bestel nu de bestseller 'De intelligente, datagedreven organisatie' (8e druk)

Productafbeelding van het boek 'De intelligente, datagedreven organisatie'

Dit vind je misschien ook interessant

Uitgelichte afbeelding Hoe databedreven is jouw organisatie?
Hoe databedreven is jouw organisatie?
Uitgelichte afbeelding De voor- en nadelen van de Data Vault methodiek
De voor- en nadelen van de Data Vault methodiek
Uitgelichte afbeelding Data mesh zet het mes in centrale BI-club en datawarehouse
Data mesh zet het mes in centrale BI-club en datawarehouse

Deze organisaties gingen je voor

Word nu ook klant

Wil je ook klant bij ons worden? Wij helpen je maar wat graag verder met datagedreven werken, AI & data analytics of andere zaken waar je slimmer van wordt.

Foto Daan van Beek - Managing DirectorDAAN VAN BEEK MScManaging Director

Neem contact met mij op

Fact sheet

___
klanten
___
trainingen & workshops
___
mensen opgeleid
4,4
sterren klanttevredenheid
___
consultants & docenten
3
kantoren
19
jaar ervaring